De 10 van TC Bredania

De 10 van TC Bredania

Om een veilige, sociale en gezellige fietsclub te blijven, heeft het bestuur ervoor gekozen om “de 10 van TC Bredania te introduceren”. Dit is een samenvatting van afspraken die gelden tijdens de gezamenlijke ritten van TC Bredania.

Zeer kort samengevat zijn dit ze:

  1. Plezier staat op 1
  2. We respecteren elkaar en de omgeving
  3. De wegwijzer weet de weg
  4. De wegkapitein is de baas
  5. Op kop zit je aan het stuur
  6. In het peloton ben je een volger
  7. Iedereen draait mee
  8. Samen uit, samen thuis
  9. Zeg het als het te hard gaat
  10. We rijden veilig (verkeersregels, helm, onverwachte manoeuvres)

1.   Plezier staat op 1

Onze basis gedachte!

2.   We respecteren elkaar en de omgeving

  • We spreken elkaar op een hoffelijke wijze aan over ons fietsgedrag.
  • Met name voetgangers en andere fietsers.
  • Afval houdt je bij je, tot de koffiestop of thuis.

3.   De wegwijzer weet de weg

  • Iedereen volgt de wegwijzer.
  • De wegwijzer kent de route; hij heeft deze verkend.
  • Er wordt door de wegwijzer tijdig en duidelijk (boven het hoofd) richting aangegeven, zowel mondeling als met
    handgebaren. Afhankelijk van de groepsgrootte wordt dit naar achteren doorgegeven.
  • Vooraf aan de start van een tocht, wordt afgesproken wie wegkapitein en wie wegwijzer is.
  • De wegwijzer blijft de gehele route op de 2e positie aan de rechterzijde rijden.
  • Bij zeer smalle fietspaden of vreemde bochten in de fietspaden kan de wegwijzer kiezen om 1 voor 1 achter elkaar te rijden of om (wanneer dit veilig is) twee aan twee op de weg te gaan fietsen. Hij dient dit tijdig aan te wanneer er afwijkend gefietst gaat worden.

4.   De wegkapitein is de baas

Geeft voor vertrek aan:

  • Route en koffiestop.
  • Wie is de wegwijzer.
  • Wie is de wegkapitein.
  • Wat is de maximale snelheid.
  • Wordt er in een of twee groepen gereden? Wordt er bij de koffie gesplitst?
  • Telt de groep bij vertrek en onderweg.
  • Bepaald onderweg wat er gebeurt bij pech en plaspauzes etc.
  • Corrigeert de groep waar dit niet of onvoldoende onderling gebeurd.
  • Bepaalt de snelheid en eventueel opsplitsen van de groep.
  • Bij voortdurende misdraging en/of niet volgen van aanwijzingen van leden zal de wegkapitein melding maken bij het bestuur.

5.   Op kop zit je aan het stuur

  • Rijd een gelijkmatig tempo, houd de afgesproken snelheid aan.
  • Geef je luid en duidelijk aan: obstakels, tegenliggers etc.
  • Zorg je voor het veilig oversteken van kruisingen e.d. Bij twijfel of de hele groep door kan wordt er gestopt.
  • Luister je naar de wegwijzer, vraag je hem zo nodig om aanwijzingen en geef je met handsignalen en/of roepen een richtingverandering aan.
  • Is de groep nog niet compleet, rijd dan rustig tot de rest is aangesloten.
  • Na een bocht, stoplicht of kruising niet vol doortrekken, maar even wachten tot rest aangesloten is.

6.   In het peloton ben je een volger

  • We rijden twee aan twee op de correcte plaats op de weg.
  • Houd de groep gesloten en sluit tijdig aan.
  • Vermijd onnodig remmen. Waarschuw als er écht hard geremd moet worden: roep “ho”.
  • Anticipeer op snelheidsverschillen door te stoppen met trappen of als je echt uit moet wijken. Heb je behoefte aan een sanitaire stop of heb je materiaal pech geef dit aan bij de wegkapitein.
  • Iedereen neemt kop over, na maximaal 2 minuten of 1 kilometer schuif je door. Koprijders geven zelf aan dat ze door willen schuiven door een kreet of gebaar. Na het kopwerk laat je jezelf rechts buitenom afzakken en schuift diegene die linksvoor het kopwerk doet naar rechtsvoor = kettingdraaien met klok mee. De wegwijzer blijft altijd tweede positie rechtsvoor rijden. Dit betekent dat je na kopwerk aan de rechterzijde jezelf af laat zakken naar de 3e rechterpositie.
  • Waarschuw elkaar voor naderend gevaar met je stem en handgebaar om te wijzen:
  • Auto tegen! = naderende auto uit tegenovergestelde richting.
  • Auto achter! = naderende auto vanuit achter.
  • Paaltje(s)! = staand of liggend paaltje op de weg (met handgebaar achter de rug).
  • Gat! = gat in wegdek (handgebaar wijsvinger naar beneden wijzen).
  • Achter(op)! = waarschuwing wanneer we langs achter, andere fietsers willen inhalen (handgebaar achter de rug).

7.   Iedereen draait mee

Dus ook als het soms wat moeilijk gaat. (Zie ook punt 9)

8.   Samen uit, samen thuis

  • Er gaat niemand alleen naar huis, tenzij diegene dat zelf wil.
  • Niemand wordt eraf gereden.
  • Als we wachten staan we stil of rijden we maximaal 20 km/h.

9.   Zeg het als het te hard gaat

  • Geef het direct aan naar je mederijders, zij hebben er ook niets aan als jij de laatste 20 kilometer geduwd moet worden of door vermoeidheid een ongeval veroorzaakt.
  • Als het echt niet gaat, bespreek het met de wegkapitein, dan kan hij samen met jou beslissen hoe de rit verder verloopt.

10.   We rijden veilig (verkeersregels, helm, onverwachte manoeuvres)

  • In de groep wordt nooit zonder helm gefietst. Bij schade of diefstal van de helm, sluit diegene achteraan in de groep.
  • We respecteren de geldende verkeersregels. We rijden niet door een rood verkeerslicht. Heeft niet de gehele groep kunnen oversteken, dan wordt op hen gewacht.