MILAAN-SAN-REMO, een fantastisch verhaal.
Het is half drie, zondagmiddag, 19 maart 1995.
Met wat een heerlijk weekend zijn we toch bezig. Gisteren op de TV genoten van een mooie wielerwedstrijd, de Primavera. En vanmorgen met het onvolprezen TC Bredania, een mooie toertocht gemaakt door het Brabantse Land. Wel een beetje moe geworden door de tegenwind. Maar nu dan lekker gedoucht op de bank in de zon met een lekker bakje koffie. Heerlijk die zon in mijn gezicht, en na al die buitenlucht van vanmorgen word je er zelfs een beetje soezerig van. Trouwens, ik moet nog even kijken wat het programma van onze club volgende week biedt en de weken daarna. Heel veel mooie tochten, en ook enkele flinke zeg. Daar staat Milaan San Remo. Milaan San Remo ??? Gaan wij die ook rijden ? Wat schijnt die zon sterk in mijn gezicht. Even mijn ogen dicht laten vallen. Lekker. Daar staan we dan met TC Bredania aan de start van de beroemde openingsklassieker onder de torens van de dom van Milaan. We vertrekken , en een hele tijd blijft het peloton gesloten, maar na enige uitlooppogingen, op driekwart van de wedstrijd, zitten wij goed vertegenwoordigt in een leuke kopgroep. Veel rood-wit en blauw, en sponsor Gooyers kan weer heel wat minuten TV reclame noteren. Een sterke kopgroep trouwens, want bijna alle toprenners zijn aanwezig. Hoe kunnen wij nu het ploegenspel het beste spelen, om hier de overwinning te behalen. Kunnen wij een plan bedenken?
Daar rijdt Adrie van de Poel, de ouwe stomp doet het weer uitstekend. Maar hij wordt toch een beetje vergeetachtig, want hij rijdt nog op zijn vuile crossfiets. Hij schrikt als ik hem dat vertel, en zegt dat hij hem onmiddellijk schoon moet maken. We rijden al langs de Middellandse Zee met rechts de heuvels en links het strand. Water genoeg dus. Adrie neemt de eerste de beste afslag links, roept nog houdoe en wij horen een luide plons. Hij moet met fiets en al de zee in zijn gesprongen. Een concurrent minder. Verder maar zien hoe het loopt. Daar hoor ik Rinus en Hubert praten over de route en de af te leggen weg die we nog te goed hebben. Ze zijn het deze keer niet eens over de te volgen route, en gaan raad vragen bij Cippolini die ze in het probleem betrekken. De verwarring wordt alleen maar groter, totdat de Mario een briefje uit zijn zak haalt. Maar daar staat op; Melk, boter, sla, pasta en rookvlees, en dan nog in het Italiaans ook. Vervolgens gaat Mario al zijn zakken afzoeken, maar stopt daarna bij een politieagent, waar hij mee gaat staan te ruziën. Die doet hem dan de handboeien om en voert hem af. Kopgroep weer kleiner!!
Dan zie ik John, die ook graag een praatje maakt, in geanimeerd gesprek met van Hooydonk. Hij bewondert zijn mooie grote fiets. Je ziet dan ook Edwig en zijn fiets zwellen van trots. Ook de banden zwellen op, totdat ze vastlopen op het frame en met een luide knal exploderen. Edwig blijft verbaasd staan ,maar kijkt er best gelukkig bij. Hij geniet nog na van al die complementen die hij net gehad heeft over zijn mooie grote fiets. Die voorlopig geen meter meer zal rijden.
En Wim, die toevallig een banaan zit te eten, twijfelt waar hij de schil weg kan gooien. En toevallig, toevallig komt die terecht onder het achterwiel van Wilfried Nelissen. Die schakelt nog een versnelling hoger, maar blijft slippend ter plaatse achter. De groep wordt nu flink kleiner. Onze penningmeester laat een paar lappen Lires uit zijn zakken wapperen, en Abdoe heeft ze te pakken ,net voordat hij een bushuisje ramt. Huisje plat en Abdoe ook. Dan zegt iemand tegen Gert-Jan dat hij er ziekelijk uitziet. Die stapt onmiddellijk af en gaat een apotheek binnen om aspirines te kopen.
Wonderbaarlijk. De kopgroep bestaat allen nog maar uit renners van TC Bredania. Dat gaat wel erg goed op deze manier. Maar in de finale afdaling van de Poggio krijg ik een lekke band. Iedereen is erg teleurgesteld, maar na het repareren rijden we samen verder naar de streep waar we gezamenlijk over heen bollen. Maar waar, wie, wat, of waar is nu de winnaar ????
Simpel….wij allemaal. Want Rinus en Hubert slagen er in om binnen een seconde alle toerboekjes te stempelen, zodat we allemaal ex-equo op de eerste plaats geklasseerd worden. Dat kan allemaal in Italië. En wij krijgen ook allemaal een Ferrari van Silvio Berlusconi die met zijn TV ploeg bij de finish opnamen staat te maken. Dan op naar, het nu veel te kleine podium en daarna krijgen we toch echt weer zin in een bakje koffie. Ik kan hem al ruiken. Hij wordt mij aangereikt door mijn eigen vrouw, die lacht en vraagt, of dat asfalt afschrapen onder het fietsen altijd zo’n lawaai maakt. De zon is bijna achter de huizen verdwenen, en ik voel dat ik flink wat kilometers in de benen heb zitten. Maar wat een avontuur hebben we toch weer beleefd. Het is maar goed dat ik er zelf bij was, anders had ik dit allemaal moeten verzinnen. En zoiets doet een serieuze toerfietser niet.
Fantasie?
Groeten van Door(us) Rijder.